- Joseph Wood
- 0
- 4161
- 132
Korte inhoud
Cornelia "Corrie" ten Boom werd geboren in Haarlem in 1892 en groeide op in een vroom religieuze familie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog herbergden zij en haar familie honderden Joden om hen te beschermen tegen arrestatie door nazi-autoriteiten. Verraden door een mede-Nederlander, werd het hele gezin gevangengezet. Corrie overleefde en begon een wereldwijde bediening en vertelde later haar verhaal in een boek getiteld De schuilplaats.
Vroege leven
Cornelia Arnolda Johanna ten Boom werd geboren op 15 april 1892, in Haarlem, Nederland, nabij Amsterdam. Haar hele leven bekend als "Corrie", was ze het jongste kind, met twee zussen, Betsie en Nollie, en een broer, Willem. Hun vader, Casper, was juwelier en horlogemaker. Cornelia is vernoemd naar haar moeder.
De familie Ten Boom woonde in het Beje huis in Haarlem (afkorting voor de Barteljorisstraat, de straat waar het huis was gevestigd) in kamers boven Casper's horloge winkel. Familieleden waren strenge calvinisten in de Nederlandse Hervormde Kerk. Geloof inspireerde hen om de samenleving te dienen en onderdak, voedsel en geld te bieden aan mensen in nood. In deze traditie had het gezin een diep respect voor de joodse gemeenschap in Amsterdam en beschouwde hen als 'God's oude mensen. "
Op zoek naar een roeping
Na de dood van haar moeder en een teleurstellende romance, is Corrie opgeleid tot horlogemaker en in 1922 de eerste vrouw met een vergunning als horlogemaker in Nederland. In het volgende decennium, naast het werken bij haar vader's winkel, richtte ze een jeugdclub voor tienermeisjes, die religieuze instructie evenals lessen in de podiumkunsten, naaien en ambachten.
De Tweede Wereldoorlog verandert alles
In mei 1940 rende de Duitse Blitzkrieg door Nederland en de andere Lage Landen. Binnen enkele maanden begon de 'Nazification' van het Nederlandse volk en het rustige leven van de familie Ten Boom werd voor altijd veranderd. Tijdens de oorlog werd het Beje-huis een toevluchtsoord voor joden, studenten en intellectuelen. De gevel van de horlogewinkel maakte het huis tot een ideale voorkant voor deze activiteiten. Een geheime kamer, niet groter dan een kleine kleerkast, was in Corrie ingebouwd's slaapkamer achter een valse muur. De ruimte biedt plaats aan maximaal zes personen, die allemaal stil en stil moesten staan. Een ruw ventilatiesysteem werd geïnstalleerd om de inzittenden van lucht te voorzien. Toen veiligheidsvegen door de buurt kwamen, duidde een zoemer in het huis op gevaar, waardoor de vluchtelingen iets meer dan een minuut konden zoeken naar een toevluchtsoord in de schuilplaats.
De hele familie van tien Boom werd actief in het Nederlandse verzet en riskeerde hun leven door de mensen die door de Gestapo werden gejaagd te herbergen. Sommige voortvluchtigen zouden slechts een paar uur blijven, terwijl anderen enkele dagen zouden blijven totdat een ander "veilig huis" zou kunnen worden gevonden. Corrie ten Boom werd een leider in de "Beje" -beweging en hield toezicht op een netwerk van "veilige huizen" in het land. Door deze activiteiten werd geschat dat 800 Joden' levens werden gered.
Gevangenis en gevangenschap
Op 28 februari 1944 vertelde een Nederlandse informant de nazi's van de tien Booms' activiteiten en de Gestapo viel het huis binnen. Ze hielden het huis onder toezicht en tegen het einde van de dag werden 35 mensen, waaronder de hele familie Ten Boom, gearresteerd, hoewel Duitse soldaten het huis grondig doorzochten,'t vinden de half dozijn Joden veilig verborgen in de schuilplaats. De zes bleven bijna drie dagen in de kleine ruimte voordat ze werden gered door de Nederlandse ondergrondse.
Alle tien familieleden van Boom waren opgesloten, waaronder Corrie's 84-jarige vader, die snel stierf in de Scheveningen-gevangenis, gelegen in de buurt van Den Haag. Corrie en haar zus Betsie werden teruggestuurd naar het beruchte concentratiekamp Ravensbrück, in de buurt van Berlijn. Betsie stierf daar op 16 december 1944. Twaalf dagen later werd Corrie vrijgelaten om niet volledig bekende redenen.
Werk na de oorlog
Corrie ten Boom keerde na de oorlog terug naar Nederland en richtte een revalidatiecentrum op voor overlevenden van concentratiekampen. In de christelijke geest waaraan ze zo toegewijd was, nam ze ook degenen op die tijdens de bezetting met de Duitsers hadden samengewerkt. In 1946 begon ze een wereldwijde bediening die haar naar meer dan 60 landen bracht. Ze ontving veel eerbetoon, waaronder de ridder van de koningin van Nederland. In 1971 schreef ze een bestsellerboek over haar ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog, getiteld De schuilplaats. In 1975 werd van het boek een film gemaakt met Jeannette Clift als Corrie en Julie Harris als haar zus Betsie.
In 1977, op 85-jarige leeftijd, verhuisde Corrie ten Boom naar Placentia, Californië. Het jaar daarop kreeg ze een aantal slagen waardoor ze verlamd en niet meer kon praten. Ze stierf op haar 91e verjaardag, 15 april 1983. Haar overlijden op deze datum roept het Joodse traditionele geloof op dat stelt dat alleen speciaal gezegende mensen het voorrecht krijgen om te sterven op de datum dat ze geboren zijn.
(Foto: via The Corrie ten Boom Foundation)
(Foto: The Corrie Ten Boom House Foundation)